Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Algemeen)

Een hemels vergezicht

Of: hoe een gewoon mens zomaar een kijkje in de hemel kan nemen

Het Eelder museum De Buitenplaats houdt in de herfst van 2015 voor het eerst een fototentoonstelling en men begint goed met de keuze van drie fantastische fotografen, een Nederlandse en twee Japanners. Een van hen, Hiroyuki Masuyama, woont in Duitsland. Hij reisde door Europa in de voetsporen van de schilders Friedrich en Turner. Masuyama maakt duizenden opnames van hun schilderijen, maar ook van landschappen waar zij geweest zijn. Zijn fotomontages, die hij van binnen uit verlicht, maken er geheel nieuwe kunstwerken van.

Zo toont hij in Eelde een grote lichtkast uit 2014 waarin hij naar eigen zeggen Een dorpje in de Alpen (Sion naast de Simplon) weergeeft. Eén blik op de kaart en je weet dat het Zwitserse Sion en de Simplon voor een gewone sterveling niet in één beeld te vangen zijn. Masuyama lukt dat wel. Uit ontelbare foto’s, de meeste genomen vanuit een helikopter, heeft hij een wonderlijk berglandschap gecomponeerd.

Ik raakte meteen in vervoering toen ik zijn lichtkast zag. Het felle witte licht in de wolken achter de blauwe bergen, in contrast met de groenbruine rotsen en weiden, de oude kerk en de bergbeklimmers op de voorgrond, het fascineerde mij. Het was echt een visioen, dat ik niet alleen voor ogen had, maar dat ook rechtstreeks diep doordrong in mijzelf. Masuyama schonk mij veel in het halve uurtje dat ik voor zijn lichtkast stond.

Masuyama, Een dorpje in de Alpen

Wat heb ik ervaren? Het was een hemels vergezicht dat je als gewoon mens kon meemaken. Ik identificeerde mij meteen met de bergbeklimmers, die net als ikzelf hoog wilden zijn, de top wilden bereiken, waar je duizelend van inspanning de wereld aan je voeten zag.

Wel vijfhonderd keer begon ik aan zo’n wandeling, meestal samen met anderen. Zo nu en dan werd het klimmen, alleen, en dat voelde heerlijk eenzaam. Al had ik dan het gevoel, heel dicht bij God te zijn. Ik zou wel voor altijd in den hoge willen blijven. Maar na een half uur, drie kwartier, wist ik dat die aarde onder mij de plaats was waar ik thuis hoorde, bij mijn geliefden, bij mijn taken in de wereld. Dan begon ik weer aan de afdaling, die ik op de heenreis al had voorbereid. Want afdalen is gevaarlijker dan omhoog klimmen. Mijn geluksgevoelens nam ik onderweg mee; vaak zong ik luider dan ik gewend ben. Waar het kon, bleef ik soms even staan en keek terug naar de top, naar de hemel daarboven. Zal ik, bij wijze van spreken, ooit nog eens boven die top uitreiken?

Albert Ploeger op een berg

Masuyama toont niet alleen de hoge heilige bergen, maar ook de verten. Wandelend in het dal, grijpt mij vaak het verlangen aan, het onbekende op te zoeken, heel ver, oneindig ver weg. Dat is een gevoel, nog veel meer enerverend dan de wens om op de top van de berg te zijn. Wat schijnbaar oneindig ver weg is, dat zul je als mens nooit kunnen bereiken. Maar het doodgewone leven dwingt je wel op weg te gaan. Onderweg naar die oneindige verte kom je vast van alles tegen; je zult veel zien en meemaken. Hier is geen eenzaamheid, hier zijn mensen die lachen, huilen, pijn lijden. In de verte kun je niet om anderen heen. Waar de verte heen gaat en eindigt, dat weet je niet. Je kunt alleen maar proberen het je voor te stellen, dat je de grens van de verte echt voor ogen krijgt. Maar ook bij Masuyama is die grens in nevelen gehuld. Hij schonk mij in het halve uurtje dat ik voor zijn lichtkast stond een hemels vergezicht, dat ik aards kon invullen.

En toch, er zal iets zijn, ver boven de top, ver voorbij de oneindige verte.