Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Algemeen)

Wat is goed, wat is kwaad? De beelden van Folkert de Jong

Er zijn artiesten die hun onderwerpen tegelijk realistisch en met een kunstenaarsoog kunnen waarnemen. Indien zij bovendien over creatief vermogen beschikken ontstaan uit deze mix van intuïtie en het juiste waarnemen kunstwerken, die een onderwerp op een nieuwe manier scherper en vooral indringender weergeven dan betogen die uit de pen van een filosoof voortvloeien. Tot die kunstenaars behoort Folkert de Jong.

Toen ik in het Bergense museum Kranenburgh het enorme beeld Seht der Mensch –The Shooting Lesson (2007, kunstcollectie Rabobank) van Folkert de Jong zag, moest ik meteen denken aan een ironisch bedoelde uitspraak van de zeventiende-eeuwse Franse filosoof Blaise Pascal.1

“Ik hoorde een gesprek van een landgenoot met een vreemde indringer. De laatste vroeg:’Waarom dood je mij?’ ‘Wel, woon je dan niet aan de overkant van het water? Vriend, als je aan deze kant woonde, zou ik een moordenaar zijn en was het onrecht je zomaar te doden, maar nu je aan de overkant thuishoort, ben ik een dapper man en is het recht.’” Pascal vraagt zich in dit en een van de volgende items van zijn Pensées af wat de juiste verhouding is tussen recht en macht.

“Het is billijk dat wat recht is, gevolgd wordt, het is noodzakelijk dat wat het sterkst is, gevolgd wordt.” Je moet recht en macht samenvoegen en tegen elkaar afwegen. Recht zonder geweld is machteloos; er zijn immers altijd boosaardige mensen. Natuurlijk heeft Pascal zijn woorden over de vreemde indringer ironisch bedoeld, want hij weet dat het niet zo eenduidig ligt. Niet elke buitenlander heeft kwaad in de zin. Het valt voor de overheid niet mee om vriend en vijand juist te beoordelen. Hij sprak dan ook met Montaigne van de mystieke grond van de autoriteit.

Derrida, een collega van Pascal die in 2004 overleed, was het drie eeuwen later in wezen eens met hem; we komen er niet uit, hoe en waarom regeringsleiders het recht hebben, geweld te gebruiken. Tegen deze mening kwam weer een andere filosoof, Habermas, in verzet. Hij meent dat mensen die rationeel naar waarheid zoeken, wel degelijk samen kunnen uitmaken wat recht en onrecht is.

Niemand zal dit bestrijden. Als men rationeel naar waarheid zoekt. Als…, want wanneer we De Jongs beeld – met toelichting! – zien, beseffen we meteen dat de waarheid het vaak verliest van de zucht naar eer en economische macht.

Folkert de Jong, Seht der Mensch - The Shooting Lesson
Folkert de Jong, Seht der Mensch – The Shooting Lesson (2007)
 
Folkert de Jong, Seht der Mensch - The Shooting Lesson

Hoewel De Jong elke beschouwer de gelegenheid geeft zijn eigen oordeel over het gaspaleis te geven, is zijn mening duidelijk. In een later werk, Operation Harmony (2008) laat De Jong de beschouwer misschien meer ruimte om zelf keuzes te maken. Hij toont een op Mondriaan geïnspireerde constructie, een waar martelwerktuig, dat anderzijds het kwaad stevig in bedwang houdt. Het is een ode aan de toenmalige burgermeester van Amsterdam, Job Cohen, die ‘de boel bij elkaar wilde houden’ na de moord op Theo van Gogh in 2004. Zowel van Gogh als zijn moordenaar, Mohammed B., zijn echter vervangen door historische helden of antihelden (het is aan de kijker hoe je hun daden beoordeelt): de gebroeders de Witt, de filosoof Spinoza, Jan Pieterszoon Coen en Balthasar Gerards . In het werk zijn nog meer ideeën verwerkt uit heden en verleden, die allemaal te maken hebben met de rekbaarheid van de begrippen goed en kwaad. Wie zijn de helden en wie zijn de moordenaars?2

Folkert de Jong, Operation Harmony
Folkert de Jong, Operation Harmony (2008)

Eerder had De Jong een werk van Otto Dix uit 1920 over oorlogsinvaliden gebruikt voor zijn eerste grote werk, 700×300×250 cm. De titel van De Jongs optocht luidt The Iceman Cometh. We zien verminkten die uit zijn op wat snoepgoed, als treurig tegenbeeld van He that cometh to God, Hebreeën 11: 6 en Johannes 6:35, King James Version. Een ander werk van De Jong, Medusa’s First Move toont een mierzoet onderonsje van de machtigen der aarde. Ze zijn tot de tanden gewapend. Maar blijven zelf buiten schot, door te vergaderen op een vlot: na ons de zondvloed. Zeker hier laat De Jong ons geen ruimte om de willekeur van de machtigen af te wijzen.

Zijn kunst doet mij denken aan de wijsheid van het bijbelboek Job. Job, een rechtvaardig man die in het ongeluk wordt gestort, klaagt zijn nood: waar heb ik deze ellende aan te danken? Hij weet zich geen raad met de vraag van zijn vrienden: Wat weet jij over Gods raad dat wij niet weten? Is Gods troost je niet genoeg? Job leefde onbedreigd, maar, zegt hij, God heeft mij gebroken. “Mij overgeleverd aan het gespuis… al kleeft aan mijn handen geen geweld.” Hij voelt zijn einde naderen. “Ja, mijn huis staat in het dodenrijk, in de duisternis spreid ik mijn bed. Tot het graf roep ik: ‘Jij bent mijn vader,’ en tot de wormen: ‘Moeder, zuster!’ En waar is dan mijn hoop, wie kan die nog bespeuren? Daalt hij met mij af naar het dodenrijk? Dalen we samen af in het stof?”3

Later heeft men aan de terechte klachten van Job een happy end toegevoegd. Elke mens die er ellendig aan toe is of verdrukt wordt, kan hopen op beterschap of bevrijding. De werkelijkheid is helaas vaak anders. Wanneer zal het doordringen tot de machtigen dat ook hun ware geluk samen gaat met het zoeken van vrede en het doen van gerechtigheid voor elke mens op aarde?

Steeds vaker denk ik, dat de intuïties van kunstenaars, indien zij de samenleving en haar cultuur scherp waarnemen en interpreteren, van de grootste betekenis zijn voor de mensheid om onze huidige wereld te verstaan. Meer dan de denkbeelden van de meeste filosofen en ethici. Zoals ik schreef: zo’n kunstenaar is Folkert de Jong.

Noten

1. Blaise Pascal, “Het recht en het waarom der dingen”, in: Pensées, uitg. Le livre de poche, Paris 2000. Nummering ed. Sellier met tussen haakjes de nummering van Brunschvicg, hier nr. 84 (293); “De mystieke grond van de autoriteit”, in: Pensées nr. 94 (294). J. Derrida, Gesetzeskraft. Der “mystische Grund der Autorität”, Frankfurt 1991, SV 1645, 22 (Frans 1990). Albert Ploeger, Als levenden en doden elkaar ontmoeten. Mensen van goede wil – vroeger en nu, Gorinchem 2015, 176vv. (Zie ook de kunstmeditatie over dit boek.)
2. Anne Berk, In Search of Meaning. Catalogus Museum de Fundatie, Zwolle, 2015, p. 88vv.
3. Teksten uit Job 16 en 17.