Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Algemeen)

De overwinning op de zon (III): Heinrich Vogeler

Toen Rainer Maria Rilke in 1901/2 een tijdje in het kunstenaarsdorp Worpswede woonde, schreef hij een boek over de schilders die daar werkten.1 Hij begon meteen met een voorzichtige kritiek op hen. Want al schreef hij dat hij niet zozeer een oordeel wilde vellen over hun werk, hij voegde er wel aan toe: “het zijn schilders die nog wat worden moeten. Ik zal over hen schrijven als geliefde vrienden.”

Veel later, bij een ontmoeting in Fischerhude in het huis van de moeder van Rilkes vrouw Clara, sprak Heinrich Vogeler hem aan op die uitspraak. Rainer antwoordde: ‘Jij meende dat je allang wat voorstelde, omdat je tot in Engeland, zelfs door de oude Burne-Jones, werd geroemd om je Jugendstil-tekeningen. Maar waar men jou toen om vereerde, heb ik beschreven als het suikergoed op de vruchten, die pas echt de moeite waard waren.

Kunstenaars uit Worpswede Vogeler: Barkenhof
En plein air 2011: Kunstenaars uit Worpswede;
hier Vogeler
Idem, Der Barkenhof

Ik deed alle mogelijke moeite om je werk te doorzien. Niet het oppervlakkig zien van je sprookjesachtige prenten.2 Men zei van jou wel dat je een Schwärmer was, net als ik trouwens. Je was een mens met een romantisch gemoed, een lyrische dromer over sagen uit het verleden. Nee, ik probeerde door de garnering heen de echte vruchten waar te nemen, jouw innerlijk te ontwaren.’

Kunstenaars uit Worpswede Vogeler: Barkenhof
Vogeler, De aankondiging aan Maria, 1901,
privébezit
Idem, boekillustraties

‘Ik ben blij dat je het zegt, ja, zo hebben wij er op de Barkenhof over gesproken, weet je nog? Wat een tijd!’, zuchtte Heinrich. ‘Ja, en wat is er na die tijd niet allemaal met jou gebeurd’, zegt Rainer. ‘Net als Jean-Jacques Rousseau trouwde je met een volksmeisje, Martha Schröder. Maar wat Rousseau van geen kant gelukte, gebeurde bij jou wel. Of leek het maar zo? Martha ontwikkelde zich tot een vrouw met veel kennis op het terrein van de weefkunst. Of wilde je haar toch een kant op dringen, die niet bij haar wezen paste? Het leek mij, dat jullie er beiden onder leden dat je over de diepste dingen die jou bezielden niet met elkaar kon spreken’.3

Vision Lenin
Vogeler, Vision, pentekening 1914
(Archiv Barkenhof-Stiftung);
Lenin in Haus Im Schluh

‘Dat klopt helaas’, zei Heinrich, ‘later zijn we zover uit elkaar gegroeid dat een scheiding niet meer te voorkomen was. Hoe dan ook, Martha en haar familie zijn wel altijd trouw gebleven aan mijn vroegere kunst, daar kon je van blijven genieten in das Haus im Schluh. Maar niet alleen van mijn werk uit de Jugendstil periode. Er hangt ook een voorloper van mijn latere werk.4 Ken je het?’

‘Nee, dat heb ik niet meer gezien’, zei Rainer. ‘Ik weet dat je na de oorlog gegrepen werd door het Russische socialisme. Maar ik kom nu alleen nog maar van tijd tot tijd hier, in Fischerhude.’ Van Vogelers werken tijdens diens dramatische Russische avonturen heeft Rilke geen kennis meer kunnen nemen. Hij stierf eind 1926.

Rote Metropole Rote Metropole, 1923 (Centraal revolutiemuseum Moskou)

Sinds het echec van Duitsland in de Eerste Wereldoorlog wird Vogelers leven niet langer beheerst door zijn liefde voor het burgerlijke en persoonlijke. Hij had tegen het einde van de oorlog een brief geschreven aan keizer Wilhelm II dat deze onmiddellijk vrede moest sluiten om niet nog meer mensenlevens te vernietigen. Tot zijn geluk werd hij niet meteen gefusilleerd, maar naar een psychiatrische inrichting gebracht. Hij was in de ban geraakt van de strijd tegen politieke machten die de gewone man de oorlog indreven of uitbuitten in de industriële samenleving. Vogeler werd een overtuigd communist, maar wel een rare, want hij bleef een individu. Een homo politicus werd hij niet, hij had geen feeling voor de politieke praktijk met haar machtsaanspraken. “Des te meer bewoog mij het zuiver menselijke, of dat uit een zuivere bron komt, of men zo niet het goede, het vrije, in mensen kan wekken. Dat alleen brengt vruchten voort”.5 Na de oorlog weer vrij man bouwde hij de Barkenhof om en stichtte een commune met een arbeidsgemeenschap, waar jaarlijks wel tienduizend mensen hulp en uitzicht op werk kregen. Der rote Hof noemde zijn dorpsgenoten de commune.6 Ik wilde geen geweld, zei hij, maar vrede; die boodschap heb ik, ‘heiliggenöthigt’, overal in Duitsland in mijn voordrachten gebracht. Men noemde het dromen, waar zowel de harde communistische kern als de kapitalisten om lachten…’

Vogelers huwelijk liep stuk. Inmiddels was hij al vaker in Moskou geweest en had een zoon bij zijn latere Russische vrouw Sonja Marchlewska. Uit die eerste periode stammen een paar werken die men kan zien in de Neue Nationalgalerie in Berlijn. Toen schilderde hij proletarisch realistisch, zelf sprak hij van Proletkult,7 een vorm van expressionisme als “gelebte menschliche Haltung”, “Expressionismus der Liebe”. Hoe die twee grote woorden, expressionisme en liefde, samenhingen, blijft onduidelijk. Sonja zag dat wel en noemde het een mythisch begrip.8 Vogeler verheerlijkte, niet anders dan Malevich en Lissitzky, de idealen van Lenin. Hij werd echter geen functionalist, maar behield min of meer zijn oude stijl. Hij werkte onder anderen met kunststudenten aan culturele projecten, Komplexbilder, waarin soms wel dertig losse afbeeldingen zijn opgenomen.

Kulturarbeit Kulturarbeit der Studenten im Sommer 1924, olie op doek, 100×150 cm, Neue Nationalgalerie, Berlin

In 1931 ging Vogeler permanent in Moskou wonen, tot zijn dood in 1942, toen hij de stad had moeten ontvluchten voor het naderend geweld van de nazi’s. Zijn Komplexbilder zien er weliswaar heel anders uit dan het vroegere werk, maar toch veranderde zijn stijl slechts oppervlakkig. Zoals bij vele politiek geïndoctrineerde schilders werd zijn werk er in artistiek opzicht niet beter op. Hij stelde zich in dienst van de politieke propaganda.

Rilke was overtuigd van Heinrichs talent en had hem voorspeld dat hij nog veel meer kon dan hij als jong kunstenaar had laten zijn, maar uiteindelijk raakte Vogeler in het slop. Waarschijnlijk stond zijn karakter hem in de weg, hij was meer gefocust op medemensen, dan op zelfontplooiing, het doel van de meeste kunstenaars. Hij was te sociaal en te meelevend met anderen om zich helemaal op zichzelf te richten.

Toch vond hij, dat hij al met al wel een bijzonder leven had gehad. Hij wist dat hij meer uit zichzelf had kunnen halen als kunstenaar, maar gaf de voorrang aan zijn sociale aspiraties. Hij zei: Voor mij was het communisme de voortzetting en omvorming van mijn kindergeloof: als volwassen mens, god-loos, je medemensen in nood liefhebben. Heb ik mij vergist? Ik had verwacht een nieuwe Heimat te vinden, waar mijn kunstenaarschap tot volle ontplooiing zou komen. Maar dit thuis is een utopie gebleven. Ik werd overal naar toegebracht om werken te maken die de geweldige kracht van de Russische arbeiders verbeeldden. In mijn dagboek schreef ik: “Dit was wel de rijkste mogelijkheid die mij geboden werd om kunstzinnig te scheppen uit de rijkste bronnen van de socialistische werkelijkheid”.9

Vogelers schoonzoon en dochter die naar Mexico waren geëmigreerd schreven hem of hij alsjeblieft naar hen toe wilde komen vanuit de Sowjet-Unie. Maar hij zou in tranen gezegd hebben: “Neem mij mijn geloof niet af! Als ik hier wegga zou toch mijn hele leven voor niets zijn geweest…” Toen Hitler ook de Sovjet-Unie overrompelde, gingen zijn dromen over in een nachtmerrie, totdat hij in 1942 onder ellendige omstandigheden stierf.

Zo eindigde het leven van Heinrich Vogeler, net als dat van El Lissitzky, op dramatische wijze. De moderne tijd, de technische vooruitgang, had moeten leiden tot het beheersen van de natuur: de overwinning op de zon. De zon, die staat voor de afhankelijkheid van de natuur en van de idee van een heersende Schepper van de natuur. Wat in het kapitalistische systeem niet haalbaar was, moest onder ideale sociale verhoudingen het communisme wel lukken. Hun utopie, een nieuwe wereld waar gerechtigheid heerst, vrij van godsdienstige onderdrukking, kwam niet uit. De natuur kon wel redelijk beheerst worden, maar de menselijke natuur niet. Ook communisten bleken mensen te zijn.

Maar toch. Het leven en werk, het sociale voorbeeld van Heinrich Vogeler heeft tot de dag van vandaag voor veel mensen betekenis. Zijn hele leven is niet voor niets geweest…


1. Rilke, Worpswede, Insel 1987; vgl. H.W. Petzet, Von Worpswede nach Moskau. Heinrich Vogeler. Ein Künstler zwischen den Zeiten, Keulen 1972.
2. In later tijd noemde een kunstcriticus dat ‘sehendes Sehen’ - Max Imdahl, ‘Reflexion. Theorie. Methode’, in: Gesammelte Schriften, Bd 3, passim, vgl. 33, 438.
3. P. Modersohn-Becker, Dagboek nov. 1902.
4. R. Noltenius, Heinrich Vogeler. Eine Geschichte in Bildern, Fischerhude 2013.
5. Brief van Vogeler, 8.4.1917 in: Worpsweder Archiv, Haus im Schluh.
6. Anna Brenken / Fritz Dressler, Worpswede und das Teufelsmoor, Eller & Richter Verlag, Hamburg 2003, 49vv.
7. Vogeler, ongepubl. 1920.
8. Petzet, o.c., 148.
9. Petzet, o.c., 145; H. Vogeler, Erinnerungen, o.c., 372.