Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Reizen)

Causse Méjean

Waarom is dit doodstille schijbaar oersaaie gebied zo onrustbarend enerverend schoon?

We zijn op de Causse Méjean, één van vele Franse kalksteenplateaus ten zuiden van de Auvergne. Vlakten heten ze, maar voor Nederlandse begrippen zijn het echte heuvellandschappen met vaak meer dan 350 meter hoogteverschil. Soms zijn zulke vlakten maar 200 meter hoog, zoals in de Quercy, maar hier in het midden tussen de Atlantische oceaan en de Alpen reiken ze tot wel 1200 meter. Rivieren hebben aan de randen diepe dalen, gorges, in de kalk uitgeslepen, langs het graniet van de Margueride en de Cevennen. Rond de Causse Méjean zijn dat de Gorge du Tarn en de Gorge de la Jonte. Waar ze samenkomen, bij Le Rosier, is het peil 400 meter, diep beneden het plateau. Op de foto hieronder is het niveauverschil tussen de Tarn en de Causse links ongeveer 550 meter.

Causse Mejean

Op de Causse Méjean wonen nu niet meer dan 450 mensen. De bevolkingsdichtheid is 1,4 inwoner per vierkante kilometer; ter vergelijking: voor heel Nederland is de gemiddelde dichtheid bijna 500, met als topper Den Haag met meer dan 12000 inwoners per km2. De schaarse bevolking van de Causse Méjean leeft verspreid over kleine gehuchtjes. Het merendeel van de vroegere bevolking is afgedaald naar de dalen en steden waar ze het grote leven en de welvaart opzochten. De weinigen die bleven wonen in een gebied groter dan het oppervlak van de gemeenten Amsterdam en Amstelveen samen.

Vandaar dat de Causse Méjean doodstil en oersaai is. Ik vind het plateau tegelijk adembenemend, enerverend mooi. De eindeloze golvende velden met de witte waaiende grassen, de altijd groene plekken met een bonte zee van orchideeën en andere bloemen, de bosschages, laag gehouden door de niet aflatende wind. Aan de horizon, rondom, het beboste middelgebergte. Een oord om voor altijd te blijven nu ik niet meer in loondienst ben. Hierheen verhuizen. Er is electriciteit. Je kunt al je media meenemen. Tv, mobieltje, je boeken. Een gebied om te wandelen, te fietsen. Om te mediteren, om, niet gestoord door menselijk licht, naar de sterrenhemel te kijken.

Causse Mejean

Ik lig op mijn rug in het gras op een helling, de ogen toegeknepen vanwege het zonlicht, en voel een ongewone rust. Het komt mij voor dat ik nooit meer iets hoef te onderscheiden, want het land is overzichtelijk, gelijkmatig, eenvoudig. Het komt mij voor alsof ik nooit meer zal gaan denken, want er valt niets te denken. Het voelt in deze wieg van wuivend groen gras alsof ik opnieuw aan het begin sta van onderscheiden en denken, en ik heb het besef dat dit nooit meer hoeft te gebeuren. Ongewone rust, ongewone gevoelens (1).

Causse Mejean

Het enerveert mij. Het is enerverend schoon. Het is onrustbarend. Ik ga zitten. Ik loop met Joke naar een dolmen Ik fotografeer. De dolmen, het land.

Ik denk: Ik ben benieuwd hoe de foto’s er uit zien als ik thuis ben.

Thuis. Ik wil de stad in.

1. Weer thuis, las ik van Charles Taylor, Een seculiere tijd. Hij beschrijft een ‘identificatie van volheid: Er zijn momenten waarop de diepe scheidslijnen, afleidingen, zorgen […] zich op de een of andere manier oplossen’; ervaringen zoals o.a. ‘de stem van de natuur’ (p. 47).