Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Reizen)

Waken over Duitsland – De leeuwen van de Bamberger Dom

De leeuwen zijn oud geworden

Ooit was Bamberg, gebouwd op zeven heuvelen, het Rome boven de Alpen. Hier resideerde vanaf 1007 keizer Hendrik II met zijn geliefde vrouw, keizerin Kunigunde. In die tijd kon de keizer zelf nog een bisschopszetel stichten. Het bisdom viel vanaf 1020 rechtstreeks onder de bescherming van de paus, en is thans een gewoon aartsbisdom. Zowel de eerste dom uit 1012 als de volgende uit 1185 brandden af. De huidige werd in 1237 gewijd. Het is een prachtige kerk in een stijl die kenmerkend is voor de overgangstijd van de romaanse naar de gotische periode. Beroemd zijn het standbeeld van de Bamberger Reiter, dat in 1230, al voor de wijding, geplaatst werd, het graf van Heinrich en Kunigunde (van Tilman Riemenschneider) en dat van de enige paus die in Duitsland is begraven, Clemens II (1047).

Er is veel te vertellen over de stad Bamberg en haar unieke basiliek, maar ik beperk mij hier tot de leeuwen. Zij bewaken de dom zeker al bijna achthonderd jaar en lagen er misschien al bij de eerdere gebouwen. Vooral de leeuw bij de rechteringang is het aan te zien hoe oud, ja letterlijk aftands hij is.

Leeuw bij Dom van Bamberg

Daar kun je je over verbazen. Tenslotte is er continu rond de dom een Bauhütte geweest. Zo’n bouwkeet verrichtte de noodzakelijke herstelwerkzaamheden. Zodra men na een aantal jaren rond geweest was en alle beelden, muren, daken enzovoort gerestaureerd had, begon men weer van voren af aan. Vaak werden verweerde beelden binnen opgesteld. Als ze vervangen werden, kwamen ze terecht in een museum.

Waarom is dat nooit gebeurd met de dieren die misschien wel de belangrijkste functie hadden door alle eeuwen heen, de beide leeuwen? Waren zij er niet geweest dan hadden onverlaten zoals landlopers die een schuilplaats zochten, het gebouw bezet. Of onverlaten zoals onzindelijke mannen die nergens een openbaar toilet konden vinden. Maar vooral zouden dan de soldaten van doortrekkende plunderende en stelende legers die, omdat zij God noch gebod in acht namen alom godshuizen als kazernes en paardenstallen misbruikten, zonder enige twijfel de dom ontheiligd hebben met hun smerige praktijken. Ik vind het een teken van grote ondankbaarheid dat men de leeuwen simpelweg vergeten heeft. Ja, genegeerd. Elders deed men het vaak beter, zoals hieronder in Modena.

Leeuwen bij Dom van Modena

In het fraaie Bamberg zijn ze verwaarloosd. Goed, ik ben er eigenlijk wel blij om. Zoals ze daar staan, zeker nog heldhaftig, maar ook een tikkeltje bedaagd, vormen zij, samen met de muren en een paar beelden, die wel om de zoveel jaren zijn opgepoetst, het oudste deel van de dom. En omdat zij nooit gerestaureerd of vervangen zijn, hebben zij de eer de enig-echte-heel-zekere-oeroudste getuigen van het middeleeuwse bouwen te zijn.

Leeuwen, zo verweerd als jullie erbij staan, ik houd het meest van jullie!

Durf ons, leeuwen, eens over het hoofd te zien

Maar hoe kwam men er toe, deze roofdieren aan te stellen als bewakers? De kosten van aanvoer van steen en van het houwen waren zeker hoog, maar toen reeds moet men vermoed hebben dat menselijke bewakers op den duur aanzienlijk meer gekost zouden hebben. Al zei reeds Psalm 44 dat mensen vaak ook niet meer waard zijn dan beesten. Niet voor niets worden ze geregeld androcefaal, als dier met een mensenkop, afgebeeld op romaanse kapitelen.

Echter, in de negentiende eeuw kwam de toeristenstroom op gang. Tegenwoordig zijn er massa’s mensen die om de schoonheid en niet enkel uit vroomheid het gebouw bezichtigen, en velen, vroom of niet, spuwen voor ze naar binnen gaan hun afval gewoon uit of werpen het voor de leeuwen. Nu werd de taak van toezichthouders te lastig voor leeuwen met een vaste standplaats en is zij toch overgenomen door – meer mobiele – mensen die constant bezoekers moeten waarschuwen, een taak waar de leeuwen hen niet om benijden.

Een leeuw als bewaker, in het middeleeuwse Bamberg, indertijd de hoofdstad, zelfs symbolisch wakend over heel Duitsland. Het heeft wel wat, het boezemt ontzag in. Leeuwen! Toen ik ooit in mijn eentje een berg beklom in de Rocky Mountains kreeg ik bij de ingang van het nationale park een folder, die ik pas las toen ik terug was bij mijn auto. Ze bleek tien waarschuwingen te bevatten over de aanwezigheid van mountain lions (poema’s). Later zag ik in een tv-uitzending – getruct? – hoe ze in dat park vrij geregeld mensen aanvallen en soms zelfs oppeuzelen. “Go never alone!” was de eerste raadgeving. Ik heb ze onderweg niet gezien, maar was niet gegaan als ik de folder vooraf gelezen had. Ik schrik al van het gebrul van de leeuwen achter de tralies in Artis. Ook leeuwen als bewakers van een middeleeuwse dom zijn niet voor de poes. De vrome kan leeuw en adder vertrappen (Psalm 91:13), maar ik ben geen Simson of David, laat staan Daniël in de leeuwenkuil. Als Petrus de christenen waarschuwt voor de duivel, gebruikt hij het beeld van de briesende leeuw, op zoek naar een prooi. Ook dat is in de romaanse tijd vaak verbeeld, zoals voor de ingang van het Kloster Mariental bij Helmstedt.

Leeuw Mariental Leeuw St. Gabriël
Briesende leeuw van Kloster Mariental St Gabriël, bovenste fronton: de 4 evangelisten

Leeuwen als symbolen van goede machten

De leeuw wordt in de bijbel niet alleen afgeschilderd als een kwaadaardig monster. Juist door zijn fierheid en kracht wordt hij in de bijbel ook de leeuw van Juda, en wordt Jezus de leeuw uit de stam Juda (Openbaring 5:5). Uit deze en veel andere Bijbelverhalen blijkt dus dat de leeuw, die tot in de Middeleeuwen in Israël leefde, zowel de kwade als de goede krachten kan symboliseren.

Omdat Marcus zijn evangelie begin met een tekst uit Jesaja, “Luid klinkt een stem in de woestijn”, heeft hij volgens de uitleg van de kerkvader Hieronymus het symbool van de leeuw toebedeeld gekregen. Elke evangelist had zo’n teken, die men samen een tetramorf noemt. De tekens zijn gebaseerd op teksten van Ezechiël en de Openbaring. Naast Marcus als leeuw zijn het Matteüs als gevleugelde mens, Johannes als adelaar en Lucas als stier. De oudste afbeeldingen van de tetramorf hebben in het midden een kruis, of een hemelse opening, zoals St. Gabriël bij Arles, of de Christus. De betekenis van de tetramorf, zullen we zien, lijkt op die van de leeuwen bij heiligdommen.

Reeds vroeg, misschien al vanaf het jaar 200, kende men in de kerk een soort lexicon, de Physiologus, met gegevens over echte of fabeldieren. Het geschrift werd telkens uitgebreid en diende in de periode van de romaanse bouwstijl als bron van kennis over dieren. De leeuw wordt hier, net als in de bijbel, getekend als een dier met twee gezichten, als kwade en als goede, wijze macht. We vinden beide visies terug in romaans beeldhouwwerk.

De functie van de leeuwen aan de poort

De Egyptenaren en Mesopotamiërs maakten al heel lang geleden sculpturen van de jacht op leeuwen, maar leeuwen op heilige plaatsen kwamen bij hen pas later. Zij verschijnen vaak buiten het gebouw dat ontzag verdient: paleis, tempel, paradijs, bron. Reeds meer dan 1000 jaar v. Chr. werden leeuwen afgebeeld als bewakers van paleizen. Tot in Japan toe, waar men geen leeuwen kent, hadden leeuwhonden deze functie bij poorten van Shintotempels. De koningsburcht (akropolis) van Mycene werd enkel bewoond door de heersende klasse. Om bezoekers – ongewenst zoals ooit het gewone volk en nu gewenste en betalende toeristen zoals onze groep op de foto rechtsonder – te imponeren, zijn de ruwe blokken van de muur in de directe omgeving van de Leeuwenpoort door steenhouwers fraai rechthoekig afgewerkt. De poort dateert in zijn huidige vorm uit de 13e eeuw v.Chr., en is het oudst bekende monumentale beeldhouwwerk van Europa.

Leeuw Leeuw

Twee leeuwinnen steunen met hun voorpoten op een soort altaar, waarboven een zuil met het wapen van het koningshuis te zien is. De leeuwinnen waken over het koningshuis en hun stad.

Lion alert

Die functie van bewaker kunnen leeuwen ook hebben als ze voor een kerk staan. Maar dan niet om mensen af te schrikken, maar om ze alert te maken. In zekere zin hebben zij dan dezelfde betekenis als eerdergenoemde tetramorf, die we aantreffen in handschriften en op fresco’s. Bijvoorbeeld de tetramorf van de vier evangelisten rond het kruis (St André, Villeneuve d’Avignon), of de lege hemel (St. Gabriël, nabij Arles), of rond Christus. Zij staan daar als tekenen die waarschuwen dat men nu de kern, het heilige, wel heel dicht genaderd is. Let op! Wie onze geschriften leest, met de instelling dat men ze echt wil verstaan, zal iets van het geheimenis van Jezus Christus onthuld worden. Op dezelfde wijze waarschuwen de leeuwen. Let op! Wie deze heilige ruimte binnengaat, met de instelling dat men echt God wil ontmoeten, zal iets ervaren van zijn aanwezigheid.

Volgens Le monde des symboles van Zodiaque (1) is de symboliek van de leeuw als bewaker al vroeg belangrijk binnen het christendom. In de romaanse periode worden de waakzame leeuwen algemeen. We zagen het, niet zozeer om de ingang te weigeren als wel om het wereldse (profane) te verhinderen uit louter nieuwsgierigheid naar binnen te willen gaan, zonder zich bewust te zijn van de heiligheid van die plaats, zodat men zich de woede van de goden op de hals zou halen. De leeuwen staan voor de kerk om hen die naar binnen gaan te waarschuwen dat zij het profane domein verlaten en het heilige betreden.

Zal het mogelijk zijn dat ook moderne kerkbezoekers zich bewust worden van deze waarschuwing? Ook wie geen gelovige is, zou er baat bij kunnen vinden de rust en de stilte van het kerkgebouw te ervaren. Eigenlijk is dat even vanzelfsprekend als het in stilte beleven van de natuur. Allicht zal niemand boos worden wanneer een persoon keihard gaat schreeuwen van angst wanneer ineens een losgebroken leeuw zijn of haar pad kruist. Maar eerbied, begrip, en zelfs bewondering voor de leeuwen bij de kerkpoort spreekt haast vanzelf. En als men weet waarom ze daar waken, zal men werkelijk voelen, dat men eventjes de wereld achter zich laat en het heilige gaat betreden.

(1). G. de Champeaux, S. Sterkx, Introduction au monde des symboles, Uitg. Zodiaque, 1980