Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Bijbels)

Parijs, de dood en het bloedrode kruis: bezinning op Goede Vrijdag bij een werk van Joseph Beuys

Het bloedrode kruis. Een stukje plattegrond van Parijs. Ik vloog erop af. Toen Joseph Beuys (1921-1986) onderstaande blaadjes uit de Duitse Michelin gids van Parijs scheurde en bewerkte, was hij vermoedelijk 40 jaar. Men dateert het werkje, zonder titel, in 1961; misschien had hij toen juist een reis naar de Franse hoofdstad gemaakt – dat was in de periode dat ik daar woonde en werkte. Met honderden andere schetsen was het te zien op de tentoonstelling Joseph Beuys, Energieplan, winter 2011 in Schloß Moyland bij Kleef. Dit museum, 20 km van Nijmegen, bezit de grootste verzameling van Beuys. Men had het werk, dat ik Parijs, de dood en het bloedrode kruis heb gedoopt, een plaats gegeven in de elfde ruimte, met afbeeldingen onder de noemer Christuskraft. Helaas staat alleen de foto in de catalogus; degene die dit onderdeel beschreven heeft, de Nederlander Jean-Pierre Wils, zegt niets over mijn favoriete werk. Dat ga ik dus zelf doen.

Joseph Beuys
Joseph Beuys: Parijs, de dood en het bloedrode kruis

Joseph Beuys

Maar eerst iets over Beuys zelf en zijn Energieplan, zoals hij dat vanaf het begin van zijn carrière vermoedde en halverwege de jaren zestig benoemde (men kan ook meteen naar de afbeelding van het werk en de uitleg gaan). De kunstenaar was en bleef zijn leven lang geïntrigeerd door energiestromen – de energie die hij ervoer in zowel materiële als in geestelijke zin. Ze waren voor hem evenwaardig, en onderling verweven. Zijn werk stond in het teken van deze verbinding tussen energiebronnen die een spirituele en een substantiële component hadden. Daarom noemde hij zijn werk soziale Plastik: haar taak is, niet enkel fysiek materiaal te gebruiken, maar ook de geestelijke basis van ons menselijk bestaan in haar kunstwerken op te nemen. Hij maakte installaties en, wat nog veel dichter bij de beschouwers kwam, performances.

Iedere mens, zei Beuys, kan – op zijn manier – kunst, als sociale plastiek, verstaan. Van hem stammen, in hetzelfde verband, de termen “Jedermann ein Künstler” (in de zin van: kunstkenner) en het “erweitertes Kunstbegriff”. Hij werd snel beroemd omdat elke handeling die hij uitvoerde zo inventief was dat men er ‘kunst’ in zag. Picasso’s oeuvre mag dan, per werk verreweg het duurste zijn, Beuys’ tienduizenden kleine frutseltjes – naast grote installaties – vertegenwoordigen samen een nog grotere geldwaarde dan de stukken van Picasso. Als dat iets zegt over kunst…

Beuys’ godsdienstige achtergrond en zijn oorlogservaringen waren bepalend voor de richting waarin zijn creatieve talent zich zou ontwikkelen. Zijn ouders, die vlak bij Nijmegen woonden, waren rooms-katholiek. Hij maakte zich los van de kerk, die hij machtsmisbruik verweet. Zij hield de mensen klein en onmondig door hen een angstgeloof aan te praten. Hij bleef echter een spiritueel mens, men zegt: christelijk antroposofisch. Christus was zijn grote voorbeeld; verlossen moeten de mensen zichzelf. En hun wereld, want het milieuvraagstuk en het doen van gerechtigheid stonden bij hem voorop.

Beuys was lid van de Hitlerjugend en meldde zich vrijwillig als oorlogsvlieger. Hij liep veel verwondingen op, en zag de dood voor ogen toen hij neerstortte op de Krim. Naar eigen zeggen – maar het zal een mythe zijn – werd hij uit de sneeuw gered door de Tataren, die zijn wonden verzorgden, hem met vet weer warm maakten en in vilt wikkelden. Het kruis, en de materialen bloed en vet en vilt spelen een hoofdrol in Beuys’ werken.

Na de oorlog volgde hij een kunstopleiding bij Mataré in Düsseldorf. In 1951 trof hij voor het eerst de beide broers Franz-Joseph en Hans van der Grinten uit Kranenburg, die bezig waren een kunstverzameling op te zetten. Al gauw raakten ze bevriend en twee jaar later volgde in de grote boerderij van hun vader de eerste tentoonstelling van Beuys. Toen deze in 1957 tengevolge van zijn oorlogsverleden een zware geestelijke crisis doormaakte, verbleef hij vele maanden in hun huis. De van der Grintens bouwden de grootste Beuys collectie op, die nu gehuisvest is in Schloß Moyland, dertig km vanaf mijn woonplaats Boxmeer.

Parijs, de dood en het bloedrode kruis

Het bloedrode kruis. Een stukje plattegrond van Parijs. Ik vloog erop af. En kwam er voor terug. Vanwaar deze fascinatie? Wat mij, heel subjectief, meteen aansprak was het rode kruis tegen een donkere achtergrond. En de plattegrond van l’île St-Louis, waar wij in 2007 op de Quai d’Anjou nr. 9 een appartement huurden en waar de grote Daumier 17 jaar gewoond heeft. Beuys kon zien dat de plattegrond in zijn gids, gerekend in de hoogte, precies in het midden gesitueerd is. En de kerk, de St-Louis, staat in het middelpunt van de bladzijde. Het contrast met de donkerbruine rechter helft is groot. Beuys heeft het kruis op dezelfde hoogte en ook in het middelpunt geschilderd. Van dichterbij bekeken herken je achter het kruis een menselijke figuur. Het hart van het kruis zit ongeveer in de navel, in de oorsprong van de mens. Is er verder nog iets aan deze mens af te lezen? Misschien de geheven rechterarm, als een gebaar van ontsteltenis. De bovenste helft van de mens lijkt een skelet; is het misschien een Christusfiguur, zoals de plaats op de tentoonstelling doet vermoeden? Of is het een beeld, een – door Beuys bedacht – relikwie uit de St-Louis? Wie weet is het inderdaad de heilige zelf, de grote Franse koning die het katholieke geloof overal in de wereld wilde doen triomferen, tot in Mongolië! Hij hield een grote boekverbranding van de joodse Talmoed en ging twee keer op kruistocht tegen de moslims… Wil Beuys hier afrekenen met de beroemde en beruchte heilige? Want het kruis kan bij Beuys twee betekenissen hebben.

Sowieso is het felrode kruis een kenmerkend symbool bij Beuys, die vond dat het energie overdroeg op degene die het beschouwde. In die zin nam het kruis bij hem de plaats over van heiligenbeelden, meent Thomas Scham. “Het bloedrode kruis is bij Beuys een kwaliteitsmerk dat hij eraan geeft als een werk naar zijn mening goed functioneert.” Hij heeft het afgeleid van het kruis van de Goede Vrijdag. Maar het is ook een bloedig teken. “Beuys kritisiert und bestätigt gleichzeitig den blutigen Aspekt von Ostern und hinterfragt die Gewalttätigkeit des zentralen christlichen Symbols, des Kruzifixes.” (Thomas Scham, Moderne Kunst und Kirche?, in: Mennonitisches Forum: Glaube und Gesellschaft, 54e jrg.- 4-01). Elders las ik dat Beuys nog een tweede betekenis gaf aan het rode kruis en daarin wordt de gewelddadigheid van het traditionele christendom nog heftiger zichtbaar. Hij gebruikte hetzelfde teken ook zoals het zichtbaar werd in het vizier van een Duits geweer. Hier richt hij het kruis op de oorsprong van de halfvergane figuur, St-Louis. Maar het kan ook Christus voorstellen.

De meerderheid van de afbeeldingen van Energieplan bestaat uit gekrabbelde potloodtekeningen. Maar hier geeft Beuys duidelijke, gestructureerde signalen aan de beschouwer. Ik zie ook nog dat in de reisgids in rood een rondwandeling is uitgezet over l’ïle St-Louis. De wandeling vertrekt vanaf de Pont St-Philippe, bij de St-Gervais – het oerklooster van de beroemde moderne Communauté de Jérusalem – en tegenover het restaurant waar je zo heerlijk kunt eten. Ze loopt via de Quais de Bourbon en d’Anjou naar het groene zuidpunt, om via het hart, de St Louis weer uit te komen bij het beginpunt.

De plaatsing van de tekening is niet willekeurig; de plattegrond van het eiland met de kerk centraal, evenals het rode kruis in de navel van de mens. Toch blijkt uit mijn analyse, dat ik slechts kan gissen naar de betekenis die de kunstenaar zelf in zijn werk wilde leggen. Hij was zijn leven lang bezig met een religieuze zoektocht die samenhing met zijn bewustzijn van energiestromen in de mens. Een zoektocht waarin hij telkens uitkwam bij de vraag naar de dood, die hem bijna overviel op de Krim, die hem benauwde als de oorlogsbeelden hem de baas werden. Hij leefde voort, maar wist altijd van de spanning tussen nog-leven en de naderende dood.

Ik zal mijn analyse niet tegenspreken, maar keer toch weer terug naar mijn eerste, intuïtieve benadering. Beginnend bij voor mij onuitwisbare herinneringen aan Parijs, voor mij dé stad. Ik laat de gedachte aan St-Louis verder voor wat ze is: een terechte aanklacht tegen schandvlekken uit de geschiedenis van het christendom. Nee, die benadering kan best relevant zijn, maar ik kies anders.

Het bloedrode kruis. Een stukje plattegrond van Parijs. Ik vloog erop af. Ging er voor mij juist niet een grote geladenheid uit van het rood van het kruis, tegen de menselijke figuur in die ontstelde houding? De hele voorstelling wordt door dat ene rood beheerst. Ik verlang ernaar mij te identificeren met die ontstelde mens, dood of levend, die in zijn oorsprong is geraakt, naar lichaam en geest. Ik mag er de oorsprong van de Christus in zien, de incarnatie, de menswording van God die Geest is. Jezus, getekend door het bloed van de kruisiging. Voor mij niet als een zoenoffer namens de mensheid aan ‘wie of wat dan ook’, maar als universeel teken van het lijden. Zo ervaar ik zijn woord “het is volbracht”. Goede Vrijdag leidt naar Pasen. Mocht er een God zijn, en ik vertrouw daar op, God, die Jezus ‘onze vader’ noemt, dan hoort Jezus volledig bij hem. Als The New Being (Tillich), als de bron van het goede en onze stimulans om op weg te gaan naar een rechtvaardige wereld.

Veel christenen zullen Goede Vrijdag anders, traditioneler, ervaren. Omgekeerd, zag Beuys het Christusmotief nog universeler dan ik. Maar welke mens die bereid is de dood onder ogen te zien, zal zich niet kunnen voorstellen dat Beuys’ bloedrode kruis geladen is met levensenergie?