Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Algemeen)

Tango met de dood (Kees van Dongen)

Een echte van Dongen, expressief, aangename kleuren, lekker zwoel. Dat is mijn eerste indruk wanneer ik op afstand tussen andere mensen door een innig verstrengeld danspaar zie. De man, keurig in het pak, maar, hoogst merkwaardig, de vrouw is bijna naakt. Wanneer ik even later voor het doek sta zie ik dat de zwarte man vleugels heeft. Op het titelbordje staat, Tango met de dood. In 1913 begon Van Dongen aan dit schilderij, maar hij maakte het pas zo’n twintig jaar later af. Heeft hij pas op latere leeftijd, toen hij bijna zestig was, de man getooid als doodsengel?

Kees van Dongen, Tango met de dood
Tango met de dood
Hoe dit ook zij, zoals we het werk voor ons zien, gaat het om een vrouw die zich vol overgave heeft vastgeklampt aan de zwarte engel. Ze heeft haar ogen gesloten bij de schoonste tango die ze ooit gedanst heeft. De schoonste die tegelijk de meest erotische en de meest fatale is, want ze heeft zich radicaal overgeleverd aan de dood. Zo wil ik sterven, met dit gevoel in m’n lijf. Ik geef het leven niet op, maar breng het naar haar ultieme hoogtepunt. Nooit zou het leven beter en waardevoller en schoner kunnen zijn geworden dan in deze tango.

Van Dongen heeft hier de erotische en extatische liefde verbeeld tot de dood er op volgt. Dat is geen nieuwe gedachte, het lied van liefde en dood.

Want ook de klassieken zeiden reeds, meestal niet positief bedoeld, dat daar waar het genot begint, de dood om de hoek ligt. Geniet de vrouw, zwelgt ze in de armen van de dood, en pleegt ze zo zelfmoord? Of is, om het Hooglied te citeren, de liefde sterk als de dood?

Kristien Hemmerechts vertelt dat haar broer ooit een feestje bijwoonde van een vriend die wist dat zijn dagen geteld waren. Hemmerechts schreef dit in een boek dat als titel de eerste woorden van een gedicht van haar grote liefde, Herman de Coninck, draagt: De dood heeft mij een aanzoek gedaan. Zij hield negen maanden een dagboek bij waarin ze alles noteerde wat ze las, zag of hoorde Over dood, leven en liefde, de ondertitel. Aan de basis staan echter haar eigen gevoelens en meningen over het thema de dood. Op 9 oktober begint ze met, wat ze noemt, het leven af te ronden. Die woorden zijn – zoals vele van haar – dubbelzinnig. Ze ziet het leven niet meer zitten, wil haar leven letterlijk afronden, en tegelijk hoopt ze weggeleid te worden van dit verlangen naar afronding. Die hoop verwondert mij meer dan haar zelfmoord gedachten. Want wat heeft deze vrouw zoal niet meegemaakt. Een dwingende moeder, een tot zijn pensionering vaak afwezige vader – die ze toch zeer lief had, en hij haar. Een psychisch gevelde zus. Een eerste huwelijk, met Steve, dat het sterven van beide kinderen niet overleefde, het grootse huwelijk met Herman dat haar een nieuw kind bracht – maar plotseling maaide de dood haar geliefde weg. 53 jaar werd hij. Met haar huidige vriend heeft zij een lat-relatie, vol ups en downs. En: “Ik blijf het vreemd vinden wanneer Bart me helpt Hermans graf te onderhouden.” Ook hier zijn dood, leven en liefde verstrengeld. Vijf dagen later zegt ze in bed tegen Bart: “Doe eens iets spannends, want ik moet een erotisch verhaal schrijven.”

Toen Steve hun zoontje dood in zijn wiegje aantrof, riep hij: “Kristien, get an ambulance, quick!” Hoogst merkwaardig dat juist dit ene zinnetje haar “leven verdeelde in een voor en een na.” Opnieuw dat door elkaar lopen van dood, leven en liefde.

Op 10 maart schrijft ze: “Mijn doodsverlangen zou Sigmund Freud niet hebben verbaasd. Volgens hem wordt elke mens heen en weer geslingerd tussen eros en thanatos…” Maar een week later begint de ommekeer, “een kleine prettige hergeboorte.” Ze beseft intens dat je je geluk niet van een ander moet laten afhangen.

Op 12 mei schrijft ze: “Ik ben de dood van me aan het afschudden, zoals een hond die uit de rivier op de oever klimt dat met water doet. Ik schud mijn weduwschap van me af. En de dood die aan me kleefde. Het wordt tijd, ik weet het. Het wordt hoog tijd.” In de slotzin komt ze terug op het beeld van het afschudden van de last van haar herinneringen aan sterven en dood. “Ergens moet water stromen dat ons wegdraagt van het verleden.”

Kristien Hemmerechts blijkt een buitengewoon moedige vrouw, die het leven weer in het gezicht durft te zien. Lang niet elke mens kan de dood weerstaan. Maar stel, de vrouw die de tango danst, zou haar boek hebben gelezen en ineens Kristiens strijd om leven, liefde en dood voor ogen zien… zeg op, van Dongen, wat dan?